RINUS van de WAART - helpt ondernemers innoveren:
Om andere ondernemers te leren hoe zij moeten innoveren richtte de Limburgse ondernemer Rinus van de Waart in de zomer van 2003 met een groepje vooruitstrevende collega's zijn bedrijf
KnowHouse op.
'De overheid moet ondersteunen, niet voorzegge hoe het moet'
door
Rob Knijff
Om andere ondernemers te leren hoe zij moeten innoveren richtte de Limburgse ondernemer Rinus van de Waart in de zomer van 2003 zijn bedrijf
KnowHouse op.
Hij deed dit samen met een groepje vooruitstrevende collega’s, Wageningen UR, de Provincie Limburg, de gemeente Horst aan de Maas en enkele belangrijke Limburgse organisaties. Knowhouse richt zich speciaal op de Zuid-Nederlandse Agri –en foodsector.
“Zie ons maar als makelaars in innovatie”, zegt Rinus van de Waart, “met onze kennis en ons netwerk helpen wij ondernemers innovaties tot stand te brengen. Nieuwe kennis is cruciaal voor de productiviteitsgroei in de economie en bepaalt de mate waarin een economie effectief en succesvol is.” Door als scharnierpunt op te treden tussen kennisvragers en kennisleveranciers kan het bedrijf van Van de Waart innovatietrajecten stroomlijnen en nieuwe projecten initiëren.
Wat is de werkelijke innovatiebehoefte?
KnowHouse probeert zo dicht mogelijk bij de ondernemer te staan om eerst gezamenlijk vast te stellen wat de werkelijke innovatiebehoefte precies is. Na formulering van de feitelijke innovatievraag vindt de vertaling plaats naar een of meerdere concrete onderzoeksprojecten. Vervolgens worden de bijpassende kennisleveranciers uitgezocht en benodigde partijen bijeen gebracht om de klus gezamenlijk te klaren. KnowHouse is in dit traject het centrale aanspreekpunt en zorgt van start tot finish voor de begeleiding van het gehele innovatieproces tot en met de uiteindelijke inpassing in de bedrijfsvoering.
Eén van de eerste visitekaartjes die Rinus van de Waart en de zijnen afgaven was de tot standkoming van het Agro Eco Park onder de rook van Venlo. Een groep Noord-Limburgse glastuinbouwers, varkens-en pluimveehouders en champignonkwekers sloegen de handen ineen om op even ingenieuze als simpele wijze gebruik te maken van elkaars reststromen en afvalwarmte. In dit project werden bij de paddestoelenkweek vrijkomende kooldioxide en warmte uit de varkensstal hergebruikt bij de teelt van komkommers. Het in de kassen opgevangen warme water zorgde voor elektriciteitopwekking en kippenmest werd weer gebruikt als compost voor de paddestoelen.
Resultaat: een vernieuwend project waarbij verdere verduurzaming van reststofstromen plaats vindt.
Rinus van de Waart over dit ei van Columbus: “Anders dan bij een traditioneel gesloten bedrijf, gaat het in het Agro Eco Park om zelfstandige bedrijven, die onafhankelijk van elkaar kunnen groeien of krimpen. Gezamenlijk hebben de ondernemingen een extra bedrijf opgericht, een soort reststoffenfabriek, die tekorten elders inkoopt en overschotten weer in de regio verkoopt. Deze manier van werken is economisch interessant en ook nog eens goed voor het milieu.” De aanpak van Van de Waart en de zijnen heeft inmiddels niet alleen de warme interesse gewekt van de Limburgse overheid, maar ook van geïnteresseerden tot ver buiten de landsgrenzen. In september 2006 was Rinus van de Waart één van de sprekers op het door het ministerie van LNV georganiseerde afscheidssymposium voor Jan Dirven, die zich als adviseur van de departementsleiding van LNV bezig hield met strategische managementsvraagstukken.
Je moet nou eens een tijdje ophouden met dat harde werken
Tijdens dit symposium “
Horizontale werkprocessen. Van denken naar doen”, zei Rinus van de Waart: “Ik heb een tijdje geleden op
Het Gouvernement –zo heet dat in Limburg- tegen een stel hardwerkende welwillende ambtenaren gezegd, dat zij eens moesten ophouden met dat harde werken. Die mensen werken zich vaak te pletter, maar het punt is dat je van tijd tot tijd juist even stil moet staan om te kijken wat er nu echt van je wordt verwacht. Ga eens ophouden met het idee dat je alles moet dirigeren en sturen. Stel jezelf de vraag wat je nu eigenlijk beoogt vanuit je eigen visie als ondernemer, ministerie of provincie. Opereer je vanuit die gedachte, dan ben je direct ook een gelijke gesprekspartner in een team. De overheid moet ondersteunen en niet van te voren zeggen hoe het moet bij innovatie.”
Van de Waart geeft een voorbeeld uit de praktijk: “Als ik met ondernemers een onderwerp vastpak, dan weten zij doorgaans veel meer over dit onderwerp dan de meeste onderzoekers en ambtenaren. Waar ondernemers hulp bij kunnen gebruiken is de vraag bij wie zij terecht kunnen met bepaalde kennisvragen.”
“Om die kennisvragen te beantwoorden zal je dus met een groepje mensen een kenniscoalitie moeten maken. Dat is best hard werken om allerlei mensen van verschillende disciplines in één hok te krijgen. Bovendien moeten alle deelnemers een mandaat van hun achterban hebben om ook echt mee te kunnen praten. Je hebt een gezamenlijk doel en gaat vervolgens met elkaar op pad. Je ziet wel wat je onderweg tegenkomt. Niet te veel van tevoren plannen of zeggen wat je wel of niet gaat doen. Een dergelijk proces laat zich niet vatten in een projectbeschrijving die je drie maanden van tevoren hebt voorbereid, met voorafgestelde en bedachte uitkomsten. Je gaat dus niet doen wat je van tevoren hebt bedacht, maar je gaat gewoon op weg: ondersteunen, faciliteren, co-innoveren. Net zolang tot je hebt bereikt wat je voor ogen stond. Zo simpel is het!”
Enige maanden geleden werd Van de Waart’s bedrijf KnowHouse gevraagd een businessplan te maken voor de aanleg van een 13 hectare groot agro-ecopark bij Shanghai. KnowHouse gaat Chinese ondernemers hierbij begeleiden. Dit park, geheel naar het voorbeeld van het gemengde bedrijf-project in Venlo, zal een belangrijke eyecatcher worden tijdens de
Worldexpo 2010 in Shanghai.
Ook gewoon beslissingen nemen en niet alleen praten!
Het geeft Van de Waart nog eens extra het gevoel dat hij met zijn aanpak op de goede weg is. Rinus van de Waart: “Ik ben een aanhanger van een netwerkconstructie om echte veranderingen tot stand te brengen. Maar realiseer je goed dat er ook gewoon beslissingen genomen moeten worden en er niet alleen maar wordt gepraat. Bij het opzetten van ons nieuwe gemengde bedrijf in Venlo zijn wij op een gegeven moment in een fuik terecht gekomen, omdat wij ons alleen nog maar bezig hielden met de beantwoording van al die kennisvragen. Ik deed daar driftig aan mee omdat het mijn job was te zorgen dat die kennis bij de praktijk terecht kwam.”
“Opeens kwam de machtsvraag aan de orde: wie zal er straks de baas zijn? Dat bracht de wagen flink aan het kraken”.
“Dat eindeloze gepraat bleek echter een prima escape voor degenen die aan tafel zaten, om niet te hoeven kiezen. Toen ik dat doorkreeg heb ik gezegd: weet je wat je doet? Jullie moeten met elkaar een goeie samenwerkingsovereenkomst sluiten. Daar is vervolgens bijna een jaar over heen gegaan. En wat gebeurde er? Opeens kwam toen de machtsvraag aan de orde. Wie zal er straks de baas zijn als we samen op pad gaan? Dat bracht de hele wagen flink aan het kraken. De oplossing was om één nieuwe BV op te richten. Een BV met vijf directeuren, van wie één de eindverantwoordelijkheid kreeg. Iedere ondernemer zei: prima, maar van mijn eigen onderneming blijf je af. Kortom de samenwerking gold alleen voor dat ene gemeenschappelijke doel dat zij samen hadden geformuleerd.”
Van de Waart meent dat ook de overheid vaker als ‘partner’ in dergelijke netwerkconstructies zou moeten deelnemen. Zijn advies: “Als je aan tafel zit dan ben je niet iemand van het Rijk, dan ben je iemand die daar zit met een eigen belang. Voor een ondernemer is dat meestal een economisch belang, voor de overheid zou duurzaamheid een belang kunnen zijn. Je bent partner in het geheel. Gedraag je dan ook zo en ga de discussie vrij in. Je bent ook geen financier. Dat is alleen maar lastig, want dan krijg je het verhaal: wie betaalt die bepaalt.” Een dergelijke nieuwe houding van de overheid zou, volgens Van de Waart, ook de kloof tussen burger en overheid aanzienlijk verkleinen.
“Doe nou maar eens een paar nota’s minder en ga nou eens mee met ons in de praktijk. Dan zul je zien dat je vreselijk veel meer bereikt. Daar heb je twee dingen voor nodig: een minister en ambtelijke leiding die zijn mensen de ruimte geeft. Als die ambtenaren het niet goed doen, gooi je ze d’r maar uit. Als je voor die tijd maar niet gaat roepen wat zij allemaal niet mogen doen. Je zult dan zien dat het bijna, stapje voor stapje, vanzelf gaat.
Het resultaat van gewoon mensenwerk!
Je moet lid zijn van Horizontalisering.nl om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Horizontalisering.nl